Dunstaart -Parapholis strigosa

Tijdens een planteninventarisatie in 2002 vonden wij op het Galgeschoor op 1 plaats een 100-tal exemplaren van dunstaart terug. Dunstaart Parapholis strigosa is volgens de Heiman, Heinsius & Thysse een zeer zeldzaam grasje dat voorkomt in zilte omstandigheden.

Maurice Hoffmann van het Instituut voor Natuurbehoud wist ons het volgende te vertellen:

“Parapholis strigosa is een uiterst zeldzame verschijning in België – zie waarnemingen.be; de plant is bekend als zouttolerant en zoals je weet zijn zoute milieus zeer zeldzaam in ons landje.

De soort heeft zijn optimum in licht gestoorde omstandigheden (ze heeft openingen nodig in de vegetatie om te kunnen kiemen, wat de plant elk jaar moet doen om door ons waargenomen te worden, aangezien het een eenjarige plant is; mogelijk vormt de soort wel een langlevende (persistente) zaadbank, hoewel dit voor de meeste schorrenplanten niet het geval is).
Ze groeit bij voorkeur in het contactgebied tussen zoet en zout water, dus bij voorbeeld waar zoet kwelwater uit de dijk het zoute schorwater ontmoet.

Voor zover ik weet komt de soort in België verder alleen nog voor langs de rechteroever van de IJzermonding, waar ze vorig jaar in een drietal vegetatieopnamen van 2x2m in grote aantallen en hoog bedekkend werd aangetroffen. Ik weet niet of de soort momenteel ook (nog) voorkomt in het Zwin. “

De vijfdelige Nederlandse oecologische flora schrijft over dunstaart:

De Dunstaart is een lage tot zeer lage, onbehaarde, grijsgroene, bijzonder weinig in het oog lopende, eenjarige, in de eerste helft van de zomer bloeiende plant. Op open plekken vormt hij dichte matjes van vertakte stengels met liggende voet; in meer gesloten vegetatie brengt hij dikwijls maar één rechtopstaande, onvertakte stengel voort. Kenmerkend is de gele kleur van de wortels. Het in het midden zeer korte tongetje vertoont aan beide kanten of aan een van beide vaak een tand. De bladschijf is vlak of ingerold. De zeer smalle, tweerijige, rechte of zwak gekromde aar is voor het opengaan van de aartjes cilindervormig en lijkt dan op een stengel. Dit komt doordat de enige bloem van elk aartje verscholen zit in een uitholling van de aaras, afgedekt door de twee kelkkafjes, die bij Dunstaart niet tegenover elkaar staan maar als schubjes naast elkaar op de aaras zitten. Vlak onder ieder aartje vertoont de aaras een gewricht. De klekkafjes zijn onderling ongeveer even lang, smal, spits, hard en scherpgepunt, drie- en vijfnervig, en even lang als het hele aartje. Het iets kortere lemma is vliezig en vertoont drie zwakke nerfjes. De bouw van de bloeiwijze doet denken aan Zeekraal.

Bij vruchtrijpheid breekt de aaras op de gewrichten door en de assegmenten vallen één voor één samen met de erop zittende kafjes en vrucht af. De oplettende waarnemer merkt de aanwezigheid van Dunstaart op door zijn grijzige tint, waartegen witte vlekjes afsteken: tijdens de bloei de relatief grote, witte helmknoppen, later de witte, halvemaanvormige breukranden achtergelaten door afgebroken assegmenten. Aan deze witte breukrand heeft de plant de bijnaam ‘schoorsteentje’ te danken.

Dunstaart komt voor aan Westeuropese kusten van Portugal tot Zuid-Schotland en Zuid-Zweden, en hier en daar langs de Middellandse Zee. In Nederland is hij vrij algemeen in het Deltagebied en op de Waddeneilanden, zeldzaam aan de kust van Friesland en noordelijk Noord-Holland. Langs het Ijsselmeer hield hij in de jaren zeventig op een enkele plek nog stand, maar of hij hier nu nog voorkomt, valt te betwijfelen.

Dunstaart behoort tot die eenjarige schorplanten die aan vloedmerkgordels gebonden zijn, een groep waartoe ook Zeekraal, Gesteelde zoutmelde, Zeegerst, Zilte schijnspurrie, Zeevetmuur en Laksteeltje behoren. Binnen deze reeks neemt Dunstaart een centrale plaats in: hij kan met elk van de genoemde eenjarigen samen optreden. In het algemeen groeit hij op zandige plekken op het schor, die ’s zomers zelden of niet door de vloed bereikt worden en waar vocht- en zoutgehalte van de grond sterk wisselen. Vaak gaat het om glooiingen en om overgangszones tussen verschillende vegetatiegordels. Op de lagere delen van het schor staat Dunstaart alleen in ijle vegetaties van Gewoon kweldergras op zandige strandvlakten op de Waddeneilanden en Goeree, soms samen met Gesteelde zoutmelde.
Verder groeit hij op gedeeltelijk van de zee afgesnoerde, alleen bij winterse stormvloeden overstroomde strandvlakten, samen met Fioringras en op relatief kleiige grond met Stomp kweldergras, Zilte schijnspurrie en Kortarige zeekraal, op zandiger bodem met Kwelderzegge, Melkkruid, Zilte rus en Zeeweegbree.

Tenslotte staat Dunstaart veel aan de voet van lage duintjes op strandvlakten. Van alle genoemde standplaatstypen wordt dit laatste het meest gekenmerkt door sterke wisselingen. Na langdurige regenval in het winterhalfjaar kan de bovenste bodemlaag vrijwel zoet worden. Als de grond ’s zomers uitdroogt, wordt het zoute bodemvocht omhoog gezogen en worden aan de oppervlakte de bodemdeeltjes aaneen gekit onder invloed van vooral blauwwieren; zo ontstaat het ‘zore korstje’, een steenhard en zeer zout toplaagje. Slechts enkele plantjes voelen zich hier thuis: behalve Dunstaart de eveneens eenjarige soorten Zeevetmuur en Deens lepelblad, voorts Hertshoornweegbree en een van de weinige zoutverdragende mossen, Zilt kleimos. Binnendijks staat Dunstaart slechts hier en daar op plekken met sterke invloed van zout water, met name in inlagen.

Bronvermelding: Nederlandse Oecologische Flora- Wilde Planten en hun relaties, E.J. Weeda, R. Westra, Ch. Westra en T. Westra

Galgeschoor

Tijdens de wandeling van 4 juli 2004 bleek dit grasje nog talrijker aanwezig te zijn dan ooit tevoren. Op 7 juli 2007 bleek het explosief toegenomen te zijn en stond het verspreid over 2 zone’s.

Groot Buitenschoor

8 augustus 2012 – Tussen andere planten valt dunstaart niet makkelijk op. Het blijft laag bij de grond en de kleur is grijsgroen. Dunstaart groeit dicht bij zee, op schorren, in het vloedmerk en op zoute bodems in het binnenland. In Nederland is het algemeen langs de Zeeuwse kust en veel zeldzamer in het waddengebied en de overige kuststreken.

Dit grasje is zeer zeldzaam en staat op de Rode Lijst. Onze schorren zijn één van de weinige gebieden waar dit grasje groeit.

4 juli 2014 – Het zilt grasland ziet er behoorlijk uit nu, veel typische planten hebben zich goed kunnen ontwikkelen. Nieuw is een mooie populatie van het zeldzame dunstaart is, zeeaster is er rijkelijk aanwezig.

Ook in juli 2016 verschenen er talloze bloeiende exemplaren van dit éénjarig grasje op het zilt grasland.

Meer weten?