Aardbeiklaver – Trifolium fragiferum

Aardbeiklaver is een typische plant voor brakwaterschorren. De plant komt veel voor langs de waddenkusten, het IJsselmeer, in het deltagebied en op de waddeneilanden. Landinwaarts vindt je haar vooral langs de grote rivieren.

Je vindt aardbeiklaver tussen het gras op natte, vaak brakke tot zilte grond, zoals op schorren en kwelders. De plant is ook te vinden in uiterwaarden, op rivierdijken en in door pekel gezouten bermen.

aardbeiklaver-foto-frank-wagemans

Voor de bloei is het moeilijk om de plant te onderscheiden van de veel gewonere witte klaver. Aardbeiklaver is taaier en daardoor veel meer geschikt voor ruwe klimaten.

In Nederland is de plant voor het eerst ontdekt en beschreven in de zestiende eeuw.

Volgens veel etymologen is de herkomst van het woord Klaver onzeker. Het kwam al voor in het Middelnederlands (tussen 1200 en 1500) als Klever en Clavere. Het woord zou ook afgeleid kunnen zijn van het Oudgermaanse Cloefre, wat wil zeggen Splitsen of Klieven en dat zou slaan op het in drieën gespleten blad.

De wetenschappelijke naam van deze plant is Trifolium fragiferum. Trifolium komt van Tri (Latijn) en betekent “drie”, en Folium (Latijn) en betekent “blad”. Driebladig dus, zoals bij elke klaversoort. Fragiferum komt van Fragum (latijn) en betekent “aardbei”. Dit duidt op het bloeiende plantje wat op een aardbei lijkt (alleen de kleur is anders).

De verwijzing naar een aardbei komt doordat het bloemhoofdje na de bloei door de opgezwollen kelken, bolvormig wordt, roze tot purper van kleur en donzig behaard. Op onderstaande fotoreeks zie je hoe het bloemhoofdje evolueert tot een donzig behaard hoofdje.

Meer weten