Melkkruid – Glaux maritima

gs-melkkruid-mei2004-02Over de Nederlandse naam Melkkruid gaan heel wat verhalen de rond.

Wanneer de koeien van deze plant aten verhoogde hun melkproductie; volgens een ander verhaal vermindert juist de melkproductie.

Nog een verhaal is dat de naam verwijst naar het feit dat als je een takje afbreekt, er wit melksap vrijkomt.

Op de website van ecomare.nl lazen we dan weer dat melkkruid gebruikt werd om de productie van moedermelk te stimuleren. Omdat de plant melksap bevat, werd melkkruid vroeger volgens de leer van de signatuur, gebruikt om melkafscheiding te bevorderen. Daar zou het zijn Nederlandse naam aan te danken hebben.

Recent wist iemand ons dan weer te vertellen dat het melkkruid gebruikt werd om melk te stremmen.

Veel verhaaltjes maar wat is er nu waar? …

Het gewone melkkruid Glaux maritima is een kruidachtige meerjarige plant die gewoonlijk wordt gevonden op zilte kleigrond en grasland.
De bloemen – amper 0,5cm in doorsnede – groeien in de bladoksels en zijn in het algemeen lichtroze tot wit.
De bladeren zijn vlezig en voelen vet aan; een verdedigingsmechanisme tegen het zoute water.

Na de bloei sterft de hele plant af. Behalve die ondergrondse winterknoppen. Dat maakt melkkruid een beetje een vreemde snuiter want technisch gezien is het immers een overblijvende plant (de winterknoppen leven immers nog), maar botanisch gezien gedraagt hij zich als een eenjarige plant (de winterknoppen verschuilen zich). Op de bladeren zitten zoutklieren om overtollig zout af te voeren.

Van dichtbij bekeken is melkkruid een heel speciaal plantje. De keurig in vier rijen gegroepeerde donkergroene blaadjes steken fraai af tegen de dieproze bloempjes, die, alleenstaand, in de bladoksels zitten. Met die bloempjes is trouwens iets merkwaardigs aan de hand. Ze hebben niet zoals de meeste andere bloemplanten een kelk en een bloemkroon; de bloem bezit geen kroonbladen. Om dat te zien moet de plant nauwkeurig bekeken worden, want normaal gesproken zijn het juist de kroonblaadjes die een bloem haar kleur geven.

melkkruid-bloempje-macro

 

Melkkruid kan goed tegen zout, maar mijdt onverdund zeewater en houdt langer stand in een zoeter milieu.
In een gebied wat van de zilte zee-invloed wordt afgesneden kan melkkruid nog tientallen jaren standhouden, zelfs als alle andere zoutplanten reeds verdwenen zijn. Toch legt ook melkkruid op de lange duur het loodje zonder overspoeling met zeewater.
Deze plant groeit het liefst op open plekken, op klei en op slib- of humusrijk zand en ze is bestand tegen stuivend zand.

De wetenschappelijke naam van melkkruid is Glaux maritima. Glaux werd al door de Romeinse historicus Plinius gebruikt en betekent zoiets als ‘blinkende groenblauwe zee’. Het tweede deel, maritima, betekent ‘zee’.

Volgens een andere bron is Glaux waarschijnlijk een verbastering van het Grieksche galax: melkkruid, om het melksap, dat de plant bevat. In verband hiermede werd zij volgens de leer der signatura rerum gebruikt om melkafscheiding te bevorderen.

Volgens de Heimans, Heinsius en Thijsse is dit plantje vrij algemeen voor schorren en in het kustgebied.

Meer weten?