Als je denkt dat de heraanleg van half Antwerpen en de Antwerpse Ring in 2004 en 2005 of de bouw van de Lange Wapperbrug grote werken zijn, lees dan onderstaand artikel uit ‘Ons Volk Ontwaakt’ van 8 maart 1912.
De Antwerpsche bevolking weet wat men door “Groote werken” verstaat; voor niet-Antwerpenaars is het misschien nuttig te vernemen, dat die werken van drieërlei aard zijn; ten eerste, de werken die aan Antwerpen de noodige ruimte moeten verzekeren om zich ongestoord uit te breiden. Antwerpen is door vestingswerken omsingeld die de vrije ontwikkeling totaal belemmeren. Die vestingswerken zullen kortelings – laat het ons hopen – verdwijnen.
Op de gronden door de afbraak beschikbaar, zal eene nieuwe stad oprijzen. Het katholiek stadsbestuur was zich van de noodzakelijkheid bewust dat, wilde men daar eene nieuwe stad bouwen, volgens de hedendaagsche opvatting, dat het volstrekt noodig was hiervoor een algemeen plan op te maken. Te dien einde werd een groote internationale prijskamp uitgeschreven, waaraan de beste stedebouwers deelnamen.
De plans door de mededingers ingezonden werden te Antwerpen tentoongesteld. In een volgend nummer van Ons Volk zal daar uitvoeriger over gehandeld worden.
Ten tweede dringt zich de noodzakelijkheid op, het verkeer tusschen beide Scheldeoevers (Vlaanderen en Antwerpen) te vergemakkelijken door overzetbakken, tunnels, enz… De voornaamste beslissingen zijn dienaangaande genomen.
De verbetering van den Scheldestroom
Wat nu de derde soort werken betreft, daarover heeft het stadsbestuur een nieuw wetsontwerp ingediend, namelijk over de verbetering van den Scheldestroom en de uitbreiding onzer haven. Om de lezer een klaar gedacht te geven van het gesteld problema, is het wellicht wenschelijk de gebreken onzer huidige haveninrichting te doen kennen.
Die gebreken zijn vooral van tweeërlei aard.
- Antwerpen heeft onvoldoende kaaien, aan den Scheldestroom, waar schepen rechtstreeks kunnen aanleggen. Buiten de rechtstreeksche aanlegplaatsen aan de Schelde zijn er nog wel andere in de dokken waar minder grote schepen kunnen aanvaren, maar dan moeten zij versassen, iets wat hinderlijk en tijdroovend is. Antwerpen bezit slechts 5,5 kilometer rechtstreeksche aanlegkaaien, terwijl Rotterdam er 30 en Hamburg er 25 bezit, vandaar dat de mededinging met die havens uiterst moeilijk wordt. Daarbij heeft onze Schelde niet overal de noodige diepte om de groote schepen te laten aanleggen, die tot twaalf meters diepgang hebben.
- Het tweede gebrek onzer haven was de moeilijkheid voor de groote schepen om onze haven te kunnen invaren.
De Schelde boven Antwerpen biedt zeer groote krommingen aan zooals het op het plan goed is na te gaan. Van aan Kruisschans tot Antwerpen (dus boven Antwerpen) heeft de Schelde den vorm van een S. Vandaar dat de groote schepen moeilijk kunnen binnenvaren zonder groote gevaren. Er hadden daar dan ook dikwijls ongevallen plaats.
Het vastvaren van een schip kon den doorgang voor langen tijd belemmeren. De gevaarlijkste plaats is deze voor Austruweel, uit oorzaak dat er de kromming het grootsts is en ook wel door de nabijheid der sluizen.
De grootste schepen die onze haven kunnen bezoeken zijn 188 meter lang en vervoeren slechts 16.600 ton terwijl er in Rotterdam komen van 32.000 ton. Men bouwt thans schepen van 32.000 ton en zelfs van 50.000 ton,die dus onmogelijk Antwerpen kunnen bereiken.
De uitbreiding onzer haven
Havenuitbreiding A
De verbetering aan den Scheldestroom werd dan ook voor Antwerpen en voor geheel het land een levenskwestie, vermits onze handel geheel het land aanbelangt… Er dienen dus binst den kortst mogelijken tijd aan den stroom rechtstreeksche aanlegplaatsen gebouwd en verbeteringen toegebracht te worden. Door die werken moeten wij bekomen uitgestrekte rechtstreeksche aanlegplaatsen met een groote diepte en een degelijke verbetering der Schelde, die het binnenvaren der groote schepen zonder gevaar mogelijk maakt.
Verscheidene plans werden opgemaakt en besproken.
Het eerste, het plan van den “Grooten Doorsteek” (plan A), genaamd, dat de bedding der Schelde zou verplaatsen en “Kruisschans” door een nieuwe, zachtgebogen bedding, met de Schelde beneden Austruweel vereenigen.
Dit grootsche plan werd door het Staatsbestuur opgegeven uit oorzaak dat sommige deskundigen het als gevaarlijk oordeelen den gewonen loop der Schelde te storen; de “Grooten Doorsteek” kon de toekomst onzer haven in gevaar brengen.
Thans heeft de regeering een nieuw plan voorgelegd, dat, zonder te veel den normalen loop der Schelde te wijzigen, het dubbel doel zou bereiken, namelijk: achtduizend meters aanlegkaaien met groote diepte en den gemakkelijken toegang voor de schepen tot die aanlegkaaien verzekeren.
Havenuitbreiding B
Op plan B staat de richting van den stroom afgebeeld, te verwezenlijken na normalisering en rechttrekking.
Tusschen Austruweel en Pijp Tabak wordt de rechteroever achteruitgebracht en tevens regelmatig gemaakt zodat men er een onafgebroken holvormigen oever van maakt.
Men zal opmerken dat de richtingslijn de bestaande dokken eerbiedigd. Ze blijft er zelfs ver genoeg van af, opdat er voor de uitvoering der kaaimuren niets te vreezen zij van hunne nabijheid. Daaruit volgt niet alleen eene besparing van onkosten en een gemak in de uitvoering der werken, maar darenboven eene veiligheid waar geen prijs genoeg kan op gesteld worden sedert de vroegere ongevallen en namelijk datgene, onlangs gebeurt bij het bouwen, door de stad Antwerpen van een nieuw droog dok.
Tusschen de Pijp Tabak en het Paarlfort wordt de linkeroever achteruit geschoven en gegraven volgens een onafgebroken kromming.
Te Kruisschans wordt de holvormige kromming van den rechteroever behouden en zelfs een weinig stroomopwaarts verlegd.
Het holvormig gedeelte van den nieuwen rechteroever, te Austruweel, dat kan bekleed worden met eenen kaaimuur van groote diepte, heeft eene ontwikkeling van 4.000 m. Met het bouwen van dien muur kan onmiddelijk een aanvang gemaakt worden, en de indienststelling ervan kan voorzien worden, binnen een termijn van vier of vijf jaar. Te Kruisschans bedraagt de lengte van den holvormigen oever 4.000 meter, waarvan 1.550 meter gelegen zijn stroomopwaarts van de ligging, aangenomen voor de zeesluis. Voordien oever zal een kaaimuur mogen opgericht worden met zeer groote waterdiepte.
Indien de bestaande oever in stand gehouden wordt beneden desluis, mag de totale lengte van den kaaimuur op 4.000 meter gebracht worden. Indien, integendeel, de oever gewijzigd en de kromming verbeterd wordt door middel eener doorsnee naar het Frederiksfort (boven Lillo), kan de lengte van den kaaimuur op 7.000 meter gebracht worden.
Rekening houdende met den kaaimuur tusschen Austruweel en PijpTabak, komt men aldus tot 8.000 meter en tot 11.000 meter totale ontwikkeling der kaaimuren op den rechteroever. Het eerste dier cijfers is daaromtrent gelijk aan dat der Groote Doorsteek en het tweede overtreft het merkelijk.
Op den linkeroever, tusschen Pijp Tabak en Paarlfort, heeft de holronde oever eene ontwikkeling van 5.800 meter. Daar zijn kaaimuren mogelijk, waarlangs eene groote diepte zou liggen. Van nu af zullen die oevers ter beschikking gesteld zijn van de nijverheid, die er zich onder uitstekende voorwaarden kan vestigen.
Wij berusten in de overtuiging dat de werken zeer kortelings door de Kamer van volksvertegenwoordigers zullen goedgekeurd worden om zonder verwijlde handen aan het werk te slaan. De bespreking heeft nu lang genoeg geduurd; er dient gehandeld! Niet dat al de jaren die aan de bespreking werden besteed nutteloos zijn verloopen, want het katholiek bestuur heeft ervan gebruik gemaakt, om de gronden te onteigenen, te Austruweel, Wilmarsdonck, enz…, hetgeen de uitvoering der werken tenzeerste bespoedigt. Zoo zal Antwerpens handel, dank aan het katholiek bestuur, eerlang eene vlucht nemen, die geheel het land zal ten goede komen. Antwerpen boven!!
Nog eene kleine opmerking. Ik meen het nuttig de aandacht onzer volksvertegenwoordigers hierop te mogen inroepen. De havenwerken zullen voor een groot deel met behulp van caissons uitgevoerd worden. De arbeid in de caissons levert groote gevaren op voor de arbeiders, indien niet de noodige maatregelen getroffen worden en de arbeidsduur beperkt. In Holland bestaat er eene caissonwet die de arbeidsvoorwaarden regelt. Laten wij hopen dat hierin Antwerpen de noodige maatregelen zullen getroffen worden.
bronvermelding: Ons Volk Ontwaakt (1911 … 1913)