Inleiding

De Schelde ontspringt nabij het dorpje Gouy-Le-Catelet, in het noorden van Frankrijk. De bron bevindt zich op het plateau van Saint-Quentin, op 95 meter boven de zeespiegel.

De Schelde stroomt door Wallonië, Vlaanderen en Nederland en mondt ter hoogte van Vlissingen uit in de Noordzee. De rivier is 350 kilometer lang en grote delen ervan zijn gekanaliseerd. Meer dan 250 stuwen en sluizen vormen de kunstmatige verbindingen tussen gedeelten van de rivier en tussen de rivier en haar zijrivieren en kanalen. Stroomopwaarts van Gent is de Schelde over 138 kilometer gekanaliseerd.

De rivier krijgt vanaf de bron tot Gent de naam ‘Bovenschelde’., tussen Gent en Antwerpen “Zeeschelde” en voorbij Antwerpen spreekt men van de “Westerschelde”.

De Zeeschelde vormt samen met de Westerschelde het Schelde-estuarium, dat ongeveer 160 kilometer lang is. Ter hoogte van Gent is de rivier ongeveer 65 meter breed, ter hoogte van Antwerpen 450 meter. Vervolgens neemt haar breedte toe tot zo’n 5 kilometer ter hoogte van de monding bij Vlissingen.

De Schelde en een aantal van haar zijrivieren (Durme, Rupel, Grote en Kleine Nete, Dijle, Zenne en Dender) zijn onderhevig aan de getijdenwerking. Vanaf de Scheldemonding dringt het getij het estuarium binnen. Zo stroomt bij Vlissingen 2 maal daags meer dan 1 miljard m³ water de rivier in en uit. De jaarlijkse rivierafvoer bedraagt grofweg 4 miljard m³.

schelde-stannekeplage-foto-frank-wagemans