Normalisatie van de Schelde

De problemen voor de scheepvaart in de scherpe bocht in het Nauw van Bath, namen in de loop der tijd alsmaar toe met de groei van de haven en de schepen. Er werd niet alleen veel gedacht en gedagdroomd, maar er verschenen ook enkele uitgebreide studies.Op het vierde havencongres van Antwerpen in 1964 werd de het rapport ‘Modelstudie betreffende de normalisatiewerken van de Westerschelde te Bath‘ door ir. A Sterling, directeur van het waterbouwkundig laboratorium en ir. P.Roovers, hoofd van de afdeling Tijrivieren in Borgerhout voorgesteld.

Modelstudie betreffende de normalisatiewerken van de Westerschelde te Bath (1964)

De probleemstelling in de omgeving van Bath was drievoudig:

  1. de onderhoudsbaggerwerken zijn zeer omvangrijk en zeer kostbaar.
  2. de schepen zijn bij sterke vloed op sommige plaatsen blootgesteld aan gevaarlijke dwarsstromingen
  3. De Bocht van Bath is zeer uitgesproken, met daarbij een geringe breedte wat de vaart oor diepliggende schepen ten zeerste bemoeilijkt

In deze studie werden 3 mogelijke oplossingen voorgesteld:

  1. de werken waarbij getracht wordt, mits zoveel mogelijk het bestaande algemene tracé van het vaarwater te behouden, de vaargeul geleidelijk te verbeteren en aan te passen.
  2. de werken waarbij in het gebied Zandvliet-Valkenisse een gans nieuw tracé van de vaargeul beoogd wordt,
  3. de werken waarbij in het gebied Zandvliet-Valkenisse het huidige tracé vervangen wordt door één enkele zachtverlopende bocht die de drempel van Zandvliet en Bath uitschakelt.

Deze studie leerde dat de oplossing lag in nr.1

In combinatie met reeds eerder uitgevoerde studies werd gekozen voor het zogenaamde lei- en strekdammenproject. Het enige wat er van dit plan gerealiseerd werd zijn de 2 stroomleidammen. Toen de werken aan de 1e stroomleidam begonnen waren, verscheen er in 1967 al een nieuw plan, het doorsteekplan Verschave.

Doorsteekplan Verschave (1967)

Bij het jaarverslag 1968 van de Kamer van Koophandel en Nijverheid van Antwerpen, stak een kaart met een ontwerp van haven op de linker oever van de Schelde.

Op deze kaart zie duidelijk alle onderwerpen die op de agenda van Stadhuis en Havenhuis van Antwerpen stonden om gerealiseerd te worden op linkeroever. En zoals je kunt zien hadden die plannen een drastische invloed op het gebied rond onze schorren.

Van het Verdronken Land van Saeftinghe zou niets meer overblijven: het Baalhoekkanaal en de Baalhoeksluis lopen er pal door. Wat er overblijft was ingetekend als haventerrein.

Van de doorsteek van de Bocht van Bath droomde men al tientallen jaren. Had men die gerealiseerd dan zou het Groot Buitenschoor niet meer bestaan: het grootste deel zou verdwenen zijn onder een drempel op 5m50 TAW. De Bocht van Bath, de Zimmermangeul en de Platen van Valkenisse zouden achter een drempel liggen en een geul voor de binnenvaart vormen.

De hoofdgeul of zeevaartgeul zoals men die op de kaart noemt, zou geprangd tussen 2 dijken liggen, om de stroom in de juiste richting te leiden.

Onderstaande luchtfoto toont je de huidige situatie. De 2e foto toont je de situatie zoals volgens de plannen van 1968.

doorsteekBochtvanbath-2007
doorsteekBochtvanbath-1968

De waterverdragen met Nederland

Nederland is er steeds in geslaagd om de uitdieping van de Westerschelde aan andere dossiers te koppelen. In 1975 werden de drie zogenaamde waterverdragen ondertekend. Zij hadden tot doel de Bocht van Bath af te snijden en de aanleg van een Baalhoekkanaal mogelijk te maken
en ook om de kwaliteit van het Maaswater op peil te houden. Een akkoord over de uitdieping van de Westerschelde en de onderhoudsbaggerwerken stond daarvolledig los van.

Wanneer de Nederlanders echter in het begin van de jaren tachtig vaststelden dat er in het Maasdossier geen vooruitgang werd geboekt en het Baalhoek- en het Bathproject voor Antwerpen niet meer zo dringend waren, koppelden zij de uitdieping van de Westerschelde aan de kwaliteit van het Maaswater. Door de federalisering verloor ook deze koppeling aan kracht en opnieuw slaagde Nederland erin om het dossier van de uitdieping van de Westerschelde te koppelen aan het HSL-dossier. Onder meer door dit manoever van de Nederlanders maar ook door tegenstand van Belgische kant, verdwenen beide projecten van de tafel.

Aanbevolen literatuur: