Een rondje langs Deurne?

Reeds geruime tijd loopt er het kwakkelverhaal, ooit eens gelanceerd door de man van het ondertussen ter ziele gegane Antwerpen Miniatuurstad, dat de Schelde in het begin van onze tijdsrekening langs Deurne liep. Pas ergens in het jaar 700 zou de Schelde haar huidige loop langs de Antwerpse rede zijn beginnen volgen.

Het kwakkelverhaal

De Schelde heeft zich de laatste duizenden jaren voortdurend verplaatst. Rivierbochten werden afgesneden of soms werden volledig nieuwe beddingen gevormd. Stroomopwaarts vinden we vandaag nog verschillende oude meanders van de Schelde terug. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de Schelde zich in de loop der jaren overal heeft verplaatst, behalve in onze streken !

Daarom zijn wij op zoek gegaan waar de Schelde vroeger door onze streken heeft gestroomd. Rekening houdend met de bestaande dalen en stuifrugheuvels wilden we, op geologische basis, zoeken naar de vroegere loop van de Schelde. De sleutel van onze zoektocht lag bij Turnini ( Deurne ). De Romeinen schreven rond 250 dat Turnini gelegen was aan de monding van de Schijnen in de Schelde. Dus, de Schelde ( of moeten we de Rupel zeggen ) liep ooit langs Deurne.

schelde-langs-deurne-001

Deurne, was één van de oudste Romeinse nederzettingen in onze streken. Nu begrijpen we waarom de Benedictijnen een nederzetting te Deurne hebben gebouwd en niet ter hoogte van het Steenplein (want daar liep toen nog geen rivier).

De Schelde liep niet in haar huidige bedding, maar volgde de ring rond Antwerpen. Vanaf Burcht, ter hoogte van de huidige Kennedytunnel, maakte de Schelde een bocht naar rechts richting Deurne. Deurne werd gebouwd aan de monding van de twee Schijnen in de Schelde. Voorbij Deurne maakte de Schelde opnieuw een bocht naar links om via de huidige Royerssluis verder te stromen richting Nederland.

In de 8ste eeuw verplaatste, door grote stormvloeden, de Schelde zich een tien kilometer meer Westwaarts en vond een nieuwe doorgang tussen de zandheuvels via de huidige Scheldebedding. De Benedictijnen van Deurne ontdekten een gelijkaardige locatie aan de huidige Scheldeoever ter hoogte van het Steenplein en bouwden daar een nieuwe vooruitgeschoven nederzetting. Zij legde de EYENDIJK aan. Deze wandeldijk verbond Deurne door de moerassen met hun nieuwe vooruitgeschoven nederzetting aan de nieuwe Scheldebedding ( ANDA VERPUS ).

In 836 verwoestten de Noormannen Antverpia en Deurne. Ze bouwden een nieuwe nederzetting ( Steenplein ) op de plaats waar ze Antverpia hadden verwoest.
Midden 1800 werd de eerste helft van de oude Scheldebedding vanaf de huidige Kennedytunnel tot aan Deurne gebruikt voor het aanleggen van de vesten voor de Brialmontforten. Later werd daar de ring rond Antwerpen aangelegd samen met de Kennedytunnel. De andere helft van de oude Scheldebedding tussen Deurne en de Royerssluis, is nog altijd water en wordt gebruikt door de Schijnen en het Albertkanaal.

Zo moeilijk was die oude Scheldebedding niet terug te vinden want er waren duidelijke genoeg aanwijzingen voor!

Raar dat vroeger nog niemand daarbij heeft stil gestaan?

De kwakkels

Dit verhaal is een samenraapsel van selectieve waarheden vermengd met eigen verzinsels en verdraaide waarheden en kan aan de hand van gedegen wetenschappelijk onderzoek weerlegd worden.

cover-eeuwige-schelde-watlab

Als basiswerk nemen we de publicatie “De eeuwige Schelde? Ontstaan en ontwikkeling van de Schelde” van ir. Ivo Coen, ereafdelingshoofd van het Waterbouwkundig laboratirum te Borgerhout, die ruim 40 jaar beroepsmatig betrokken is bij het onderzoek van het Schelde-estuarium.
Deze auteur graaft verder in het verleden om in meer recente tijden te eindigen, en benadert de Schelde vanuit zijn dynamiek: stromingen, getij, erosie en afzetting.  Ondertussen zetten heel wat prominente onderzoekers het werk van ir. Coen verder en werden een aantal van zijn hypothesen bevestigd. Ook zijn er nieuwe inzichten gegroeid.

Maar terug naar ons kwakkelverhaal. De auteur beweert, ik citeer:”Rekening houdend met de bestaande dalen en stuifrugheuvels wilden we, op geologische basis, zoeken naar de vroegere loop van de Schelde. … De Schelde liep niet in haar huidige bedding, maar volgde de ring rond Antwerpen. Vanaf Burcht, ter hoogte van de huidige Kennedytunnel, maakte de Schelde een bocht naar rechts richting Deurne.”

De auteur van dit verhaal gaat simpelweg voorbij aan drie belangrijke feiten.

  1. de bedding waar de Antwerpse ring nu loopt werd pas in de 19e eeuw gegraven bij de bouw van de Brialmontvesting.
  2. auteur beweert dat de sporen van de oude Scheldebedding duidelijk terug te vinden waren. Er liep inderdaad een waterloop achterom Antwerpen, de zogenaamd Potvliet of Vuilbeek, die uitmondde in de Grote Schijn.
  3. auteur negeert geografische gegevens die aantonen dat er in die tijd ter hoogte van waar nu de Kennedytunnel ligt, zich een zandrug bevond.

Onderstaande tekening werd overgenomen uit “De eeuwige Schelde? Ontstaan en ontwikkeling van de Schelde”. Hierop is duidelijk te zien dat er zich op de zogezegde loop van de Schelde langs Deurne, zich een zandheuvel bevindt – aangeduid met pijl.

schelde-voor-antwerpen-romeinse-tijd

 

Het echte verhaal

Als er een kwakkelverhaal bestaat, dan is het goed om ook het echte verhaal te kennen. Hiervoor verwijzen we dan opnieuw naar het standaardwerk “”De eeuwige Schelde? Ontstaan en ontwikkeling van de Schelde” en meer bepaald op blz. 52 tot en met 54.

Kort samengevat leren we hieruit dat de Schelde de laatste 10.000 jaar steeds haar loop voor Antwerpen had. Er zijn sterke aanwijzingen dat de hoofdgeul meer westwaarts verliep langs Zwijndrecht. Misschien lag er voor Antwerpen in die tijd ook slechts een zeer bescheiden rivierarm die alleen bij het sterker doordringen van het getij in de rivier tot de enige grote stroomgeul is uitgegroeid. Te Antwerpen groeiden in de 5de-6de eeuw misschien de oude afwaartse beddingen van de  Schijnsriviertjes en een rivierarm voor Antwerpen, uit tot hoofdarm, ten nadele van de geul voor Zwijndrecht, die geleidelijk dichtslibde.

schelde-langs-zwijndrecht-romeinse-tijd

U kan deze publicatie online doorbladeren of downloaden via de website van het waterbouwkundig laboratorium, www.watlab.be.