Bodemleven

Benthos

Benthos is de verzamelnaam voor alle organismen die leven op de bodem van zoete en zoute wateren. Het bevat zowel levensvormen die vastzitten aan de bodem of vastzitten aan andere vastzittende organismen (sessiel benthos) als organismen die zich kruipend of lopend over de bodem bewegen (vagiel benthos).

Grondverzet en graafwerken

Er wordt nogal wat gegraven, gebulldozerd en gepompt bij de organismen die wij macrobenthos noemen! Deze bodemdieren zijn deels afhankelijk van wat er aan lekkers uit de waterkolom naar beneden dwarrelt, maar evenzeer van wat er aan voedsel in de bodem zelf te vinden is.

Door al dat woelen en pompen worden enerzijds zuurstof en vast voedsel dieper in de bodem gebracht, en anderzijds essentiële opgeloste voedingsstoffen en uitscheidingsproducten beter uitgewisseld tussen zand en water. Dat zorgt ervoor dat veel organismen dit een aangename plek vinden om te vertoeven.

slikgarnaaltjes-in-slik--frank-wagemans

Indeling van het benthos

Indeling volgens de grootte van de organismen:

  • macrobenthos: > 1 mm (onder andere krabben, zeesterren, vlokreeftjes)
  • meiobenthos: tussen 1 mm en 32 µm (onder andere mosbeertjes, eenoogkreeftjes)
  • microbenthos: < 32 µm (onder andere klokdiertjes, bacteriën)

Indeling naargelang waar het leeft:

  • endobenthos: in de bodem (onder andere tweekleppigen)
  • epibenthos: op de bodem (onder andere zee-egels)
  • hyperbenthos: juist boven de bodem (onder andere aasgarnalen)

Soortensamenstelling en -diversiteit

De soortensamenstelling en -diversiteit varieert sterk langsheen de kust- en estuariene gradiënt (longitudinale gradiënt). De samenstelling en de verspreiding van benthossoorten- en gemeenschappen (in estuaria) wordt bepaald door:

  • het zoutgehalte,
  • de temperatuur,
  • het zuurstofgehalte,
  • het getijregime,
  • het sediment,
  • de nutriënten en de voedselvoorziening, zowel kwantitatief als kwalitatief

Macrobenthos op het Groot Buitenschoor

Macrobenthos betreft bodemdieren die bij het zeven van slikstalen achterblijven op een zeef met een maasgrootte van 1 mm. Deze bodemorganismen staan onderaan in de voedselpiramide van het slikkenbiotoop. Daardoor zijn deze populaties goede indicators voor de kwaliteit van het leven in de slikken en schorren van de beneden Zeeschelde.

In april 2005 werd gestart met het gestandaardiseerd meten en tellen van deze dieren. Al snel bleek dat er slechts vier soorten macrobenthos prominent aanwezig zijn in de slikvlaktes van Groot Buitenschoor (GBS Schelde Zandvliet) en Potpolder (PP Schelde Lillo):

  1. Crustacea Corophium volutator – slikgarnaaltje
  2. Polychaeta Hediste (of Nereis) diversicolor – zeeduizendpoot
  3. Polychaeta Heteromastus filiformis – rode draadworm
  4. Isopoda Cyathura carinata – lijnpissebed

In 2006 zijn er reeds waterzuiveringsstations aan het werk en de vuilvracht van de Schelde daalde. Het aantal individuen filiformis correleert daar hoogst waarschijnlijk mee. Want de grote populatie instorting komt in 2007 bij het in werking stellen van het zuiveringsstation te Vilvoorde (Zenne).

In 2009 is er een opflakkering van de populatie maar dit geldt ook voor het Corophium en is nagenoeg niet begrepen. Na 2009 deemstert de populatie weg. Tot nu toe duikt er sporadisch een (te) klein exemplaar Filiformis op in de bodemstalen.

In 2015 kondigt zich, voor het GBS, een nieuwe soort aan: Cyathura carinata. Dit is een isopoda of pissebed. De populatie ontwikkelt zich sindsdien gestaag. Het is een gekende slikkenbewoner van de Baltische zee tot in Middellandse zee. Hopelijk zullen de brakke slikvlaktes van de Schelde nu een blijvend biotoop vormen voor dit lijnpissebed.

Soortenoverzicht bodemleven