Vissen

Bodemdieren, brakwatergarnalen, roeipootkreeftjes en de gewone garnaal vormen de hoofdschotel van de volgende schakel in de voedselketen: de vissen.

Rond 1940 stelde men nog 67 zoetwater- en zeevissen vast. Momenteel zijn de voornaamste soorten grondels, jonge haringachtigen (Haring en Sprot) en jonge Zeebaars.

Het oostelijke deel van de Westerschelde vervult een belangrijke functie als kinderkamer voor jonge platvisjes als Tong en Schol. Volwassen Tong gebruikt de monding van de Schelde als paaigebied. Platvissen eten voornamelijk in de rivierbodem schuilende wormen.

Sinds de ingebruikname van het waterzuiveringsstation in Brussel, is de waterkwaliteit van de Schelde er met rasse schreden op vooruitgegaan. Dit merken we aan de resultaten van de vismonitoring die het INBO in 2002 opgestart is. Sinds 2009 zetten onze schorrenvissers hun fuik op in het kader van de opvolging van het visbestand in de Zeeschelde.

In de samenvatting van het rapport ‘Opvolgen van het visbestand van het Zeeschelde-estuarium met ankerkuilvisserij. Resultaten voor 2014‘ lezen we:

In 2014 volgden we met ankerkuilvisserij het visbestand van de Zeeschelde in vier locaties in de mesohaliene, oligohaliene en zoetwater zone en dit tijdens het voorjaar, zomer en najaar.

Tijdens dit onderzoek vingen we in de Zeeschelde 40 vissoorten. Het hoogste aantal soorten werd in het voorjaar gevangen. In de mesohaliene zone worden het hoogste aantal soorten gevangen.

Spiering blijft de meest abundante soort in de Zeeschelde. Alle levensstadia (larven,juvenielen en volwassen) worden gevangen wat er op wijst dat deze diadrome soort met succes paait in de Zeeschelde.

Adulte finten werden opnieuw gevangen. Ondanks het feit dat paaiactiviteit werd geobserveerd en eitjes werden met bongonet is de rekrutering blijkbaar geen succes gezien noch larven noch juveniele finten werden gevangen.

De aanwezigheid van juveniele ansjovis, haring en zeebaars illustreert dat mariene soorten net als de diadriome bot de Zeeschelde gebruiken als kinderkamer.

Grijze- en steurgarnalen zwemmen tot ver stroomopwaarts in de Zeeschelde.

vissen-groot