Vlinders worden meestal ingedeeld in dagvlinders en nachtvlinders. Een andere indeling van de vlinders is deze in macrovlinders en microvlinders. Deze indeling is echter informeel en heeft geen verband met de taxonomische indeling. Hoe paradoxaal het ook klinkt, maar de grootte van de vlinder vormt zelfs geen kenmerkend onderscheid tussen micro’s en macro’s.
Toch zijn er wel enkele verschillen tussen macrovlinders en microvlinders, hoe subtiel die verschillen dan ook zijn. Veel microvlinders hebben aan de basis van de vrij lange antennen een verdikking en meestal liggen de antennen in rust over het borststuk heen – zie foto onderaan van een stippelmot. Daarentegen houden veel macro’s hun antennen onder de vleugels.
>>meer weten …
[su_tabs class=”my-custom-tabs”]
[su_tab title=”Microvlinders op brakke grond”]
Van 2003 tot 2006 werd door Maurice Jansen een faunistische inventarisatie van vlinders uitgevoerd waarbij waarnemingen werden gedaan van rupsen in drie gebieden tussen Antwerpen en de Belgisch-Nederlandse grens: Schor Ouden Doel, het Groot Buitenschoor en het Galgeschoor nabij Lillo.
[/su_tab]
[su_tab title=”De zoektocht”]
De meest kenmerkende vlindersoorten van schorren zijn klein (sommige hebben een vleugelspanwijdte van niet meer dan 8 mm), komen weinig op licht af en laten zich ook overdag weinig zien.
Overdag kunnen ze opgejaagd worden door planten op te tillen maar doorgaans houden ze zich schuil op de bodem.
De beste tijd om ze te vangen is met het net ’s avonds, voor en tijdens de schemering.
Soms zie je dan hele wolken vlinders rond een bepaalde voedselplant.
Omdat de vliegperiode van vrijwel alle soorten hooguit enkele weken is en het weer grote invloed heeft op de activiteit en het aantal vluchten, is de kans groot dat bij een enkel bezoek, soorten gemist worden.
Het zoeken van andere stadia dan de volwassen vlinders, zoals rupsen en poppen, is een methode die aanvullende gegevens kan verschaffen mits men de biologie kent. Hierbij is men minder afhankelijk van het weer maar de methode is intensief en kost meer tijd.
De periode van het jaar waarin rupsen en poppen kunnen worden gevonden, is voor elke soort anders en onder meer afhankelijk van het aantal generaties. De meeste hebben er slechts één. Andere soorten hebben er twee waardoor rupsen ook in twee perioden kunnen worden gevonden. In september en oktober kunnen de meeste soorten als rups worden gevonden.
Het uitkweken van rupsen en poppen is tijdrovend omdat van veel soorten pas in juli van het daaropvolgende jaar de vlinders tevoorschijn komen.
Een variant op deze methode is het uitkweken van vlinders door dood organisch materiaal van de stormvloed- of veekzone in maart-april te verzamelen waarin zich overwinterende poppen en rupsen bevinden die enkel maanden later vlinders leveren.
Een laag veek werd daarvoor in een lichtdoorlatende plastic bak gedaan die aan de bovenzijde is bedekt met dunne gordijnstof. Deze methode leverde een exemplaar op van Coleophora deviella die nieuw is voor de fauna.
Gebruikelijker is dat rupsen en poppen in de winter in plastic containers buiten worden gezet. De container wordt op de bodem voorzien van plastic met daarin gaten met daarop een 5-10 cm dikke laag zand waarop het planten- en insectenmateriaal wordt gelegd. Zo wordt voorkomen dat zand met regenwater naar buiten wegspoelt waardoor dieren kunnen ontsnappen of dat er teveel regenwater in komt te staan waardoor de dieren verdrinken. De bovenzijde wordt afgesloten met gordijnstof. Het buitenzetten is noodzakelijk omdat sommige soorten alleen kunnen verpoppen als ze zonlicht hebben gezien.
Omdat sommige soorten ook of vooral op licht afkomen, is er ook op licht verzameld. Daarbij werd gewerkt met twee typen lampen tegelijkertijd en zowel gebruik gemaakt van een 125 W HPL-lamp als van een 160 W ML-lamp.
[/su_tab]
[su_tab title=”Soortensamenstelling”]
Volgende soorten waren niet eerder in België gevonden en zijn daarmee nieuw voor de Belgische fauna:
- Coleophora adspersella (Benander, 1939)
- Coleophora saxicolella
- Monochroa moyses
- Scrobipalpa nitentella (Pierce & Metcalfe, 1935)
Laatstgenoemde soort werd gelijktijdig op het schor en in de monding van de IJzer nabij Nieuwpoort aangetroffen (Jansen, 2002).
Bij een vergelijking van de soortensamenstelling van de drie onderzochte Belgische schorren met die van Nederlandse schorren in de monding van de Westerschelde valt op dat een aantal soorten in de drie Belgische brakwaterschorren ontbreken en dat andere daar voor in de plaats zijn gekomen.
Zo ontbreken de meeste soorten die gebonden zijn aan zeeweegbree, lamsoor, gewone zoutmelde, zeealsem, zeekraal en schorrenkruid omdat deze planten niet of slechts spaarzaam aanwezig zijn.
Vlinders die daaraan gebonden zijn bijvoorbeeld:
- Goniodoma limoniella
- Scrobipalpa instabilella
- Scrobipalpa samadensis
- Coleophora salicorniae
- Coleophora salinella
- Agdistis bennetii
- Eucosma lacteana.
Ze hebben monofagie als gemeenschappelijk kenmerk. Indien een monofage vlindersoort op een kleine geïsoleerde waardplantenpopulatie uitsterft, is de kans van herkolonisatie klein.
Daarnaast zijn er soorten die wel in de Belgische terreinen worden gevonden maar niet in de buurt van de Scheldemonding. Het gaat om de groep van soorten die gebonden is aan riet zoals:
- Archanara dissoluta
- Rhizedra lutosa
- Mythimna obsoleta
- Mythimna straminea
- Chilo phragmitella
- Arenostola phragmitidis
- Chilodes maritima.
Mythimna straminea en Simyra albovenosa hebben meer waardplanten maar voor beide geldt riet als hoofdwaardplant.
Archanara geminipuncta is ook op het schor van Bath gevonden en in het Zwin maar in het laatste gebied was het in het hoger gelegen deel. Dit zou het gevolg kunnen zijn van de plaatselijk verminderde inundaties zoals geconstateerd op het schor van Ouden Doel nl. 15-46% van de hoogwaters (Hoffmann, 1993).
Een tweede en waarschijnlijk belangrijkste reden is het lagere gemiddelde zoutgehalte dat ervoor zorgt dat riethalmen van zoete schorren gemiddeld 8 mm dik zijn terwijl die van brakke schorren met gemiddeld 4,5 mm een stuk dunner zijn (Hoffmann, 1993). Deze halmdikte is mogelijk van invloed op de (over)leving van rupsen. Er is echter geen onderzoek bekend dat dit onderbouwd.
Groot Buitenschoor | Schor Oude Doel | Galgenschoor Lillo | |
aantal bezoeken | 6 | 6 | 3 |
oppervlak in ha | 216 | 47 | 45 |
chloriniteit (gem. op jaarbasis) Beeftink (1965) | mesohalien (3-10 gCl/l) |
mesohalien (3-10 gCl/l) |
mesohalien (3-10 gCl/l) |
overstromingsfrequentie in % hoogwaters | 15-46% | ||
aantal waargenomen soorten | 31 | 88 | 37 |
aantal soorten uit getijzone | 15 | 31 | 9 |
[/su_tab]
[su_tab title=”Aanpassing aan het milieu”]
Niet van elke soort wordt aangenomen dat die zijn hele levenscyclus op het schor kan voltooien. Met name langs de randen worden allerlei soorten gesignaleerd die er toevallige bezoeker zijn en gebonden zijn aan planten die zoutmijdend zijn.
Aan de hand van literatuurstudie en eigen ervaring is een lijst van soorten opgesteld (Jansen, 2001) waarvan vaststaat dat ze in het schorrenmilieu met zijn overstromingen en hoge zoutconcentratie kunnen overleven.
Vele soorten hebben zich aangepast door middel van een endofage levenswijze: de rups leeft in de stengel, in de wortel, als mineerder in het blad of leeft in zaden of bloemen. Er zijn er maar weinig die buiten op de plant leven en degene die dat doen beperken zich doorgaans tot de hogere delen van het schor waar ze minder last hebben van overspoeling door water.
Van sommige soorten leven de rupsen op een enkele plantensoort (zijn monofaag), andere leven op een lange reeks van planten (polyfaag); sommige zijn gebonden aan enkel plantengeslachten en andere leven op een enkele familie.
De meeste polyfage soorten kunnen niet op een schor overleven. Enkele kunnen het wel zoals Autographa gamma (het Gamma-uiltje), Discestra trifolii en Lacanobia oleracea (soms ook wel als groentenuil aangeduid).
[/su_tab]
[su_tab title=”Resultaten”]
2003 – Groot Buitenschoor
16-04-2003
- Coleophora adspersella (Benander, 1939), 1
- Aglais urticae – kleine vos , 1
24-08-2003
- Bucculatrix maritima (Stainton, 1851), 20
- Pieris brassicae – grote koolwitje (Linnaeus, 1758), 2
- Pieris rapae – klein koolwitje (Linnaeus, 1758), 1
21-09-2003
- Agriphila tristella ([Denis & Schiffermüller], 1775), 1
- Agriphila geniculea (Haworth, 1811), 2
- Nomophila noctuella ([Denis & Schiffermüller], 1775), 40
- Colias hyale – gele luzernevlinder (Linnaeus, 1758), 4
- Coenonympha pamphilus – hooibeestje (Linnaeus, 1758), 10
- Luperina testacea – gewone grasuil ([Denis & Schiffermüller], 1775), 1
2003 Galgeschoor
09-07-2003
- Bucculatrix maritima (Stainton, 1851), 1
- Bucculatrix bechsteinella (Bechstein & Scharfenberg, 1805), 4
- Coleophora glaucicolella (Wood, 1892), 1
- Scrobipalpa nitentella (Pierce & Metcalfe, 1935), 1
- Scrobipalpa obsoletella (Fischer von Rölerstamm, 1841), 2
- Agapeta hamana – groene eikebladroller (Linnaeus, 1758), 2
- Lobesia abscisana (Doubleday, 1859), 1
- Crambus perlella (Scopoli, 1763), 16
- Agriphila straminella – blauwooggrasmot (Denis & Schiffermüller, 1775), 4
- Evergestis extimalis (Scopoli, 1763) , 1
- Eurrhypara hortulata – brandnetelmot (Linnaeus, 1758), 1
- Adaina microdactyla (Hübner, 1813), 1
- Thymelicus sp., 4
- Coenonympha pamphilus – hooibeestje (Linnaeus, 1758) ,1
- Pyronia tithonus – oranje zandoogje (Linnaeus, 1771), 2
- Smerinthus ocellata – pauwoogpijlstaart (Linnaeus, 1758) 1
- Tyria jacobaeae – sint-jacobsvlinder (Linnaeus, 1758), 3
- Deltote bankiana – zilverstreep (Fabricius, 1775), 2
25-08-2003
- Chrysoesthia drurella (Fabricius, 1775), 1
- Cochylis dubitana (Hübner, 1799), 1
- Endothenia quadrimaculana (Haworth, 1811) , 1
- Agriphila straminella – blauwooggrasmot (Denis & Schiffermüller, 1775), 6
- Agriphila geniculea (Haworth, 1811), 2
- Pyrausta cespitalis (Denis & Schiffermüller, 1775), 1
- Emmelina monodactyla (Linnaeus, 1758), 1
- Idaea seriata – paardebloemspanner (Schrank, 1802) , 2
- Paradrina clavipalpis – huisuil (Scopoli, 1763), 1
- Hoplodrina ambigua – zuidelijke stofuil (Denis & Schiffermüller, 1775) , 1
- Thalpophila matura – geelvleugeluil (Hufnagel, 1766), 2
- Mesoligia furuncula – zandhalmuiltje (Denis & Schiffermüller, 1775), 3
- Rhizedra lutosa – herfstrietboorder (Hübner, 1803), 1
- Mythimna impura – stompvleugelgrasuil (Hübner, 1808), 1
- Ochropleura plecta – haarbos (Linnaeus, 1761), 3
- Noctua pronuba – huismoeder (Linnaeus, 1758), 1
- Xestia c-nigrum – zwarte C-uil (Linnaeus, 1758), 1
21-09-2003
- Nomophila noctuella(Denis & Schiffermüller, 1775), 2
2004 Groot Buitenschoor
30-5-2004
- Glyphipterix thrasonella (Scopolli, 1763), 1
- Monochroa sp., 1
- Agapeta hamana of groene eikenbladroller (Linnaeus, 1758), 1
- Aethes smeathmannianna (Fabricius, 1784), 1
26-6-2004
- Phragmataecia castaneae of rietluipaard (Hübner, 1790), 2
- Agapeta hamana of groene eikenbladroller (Linnaeus, 1758), 3
- Chrysoteuchia culmella (Linnaeus, 1758), 2
- Crambus perlella (Scopolli, 1763), 3
- Idaea aversata (Linnaeus, 1758), 1
- Apamea monoglypha of graswortelvlinder (Hufnagel, 1766), 2
- Leucania obsoleta (Hübner, 1803), 2
- Mythimna impura (Hübner, 1808), 18
- Axylia putris (Linnaeus, 1761), 1
- Xestia triangulum of driehoekuil (Hufnagel, 1766), 1
- Agrotis ipsilon (Hufnagel, 1766), 1
- Agrotis exclamationis (Linnaeus, 1758), 1
29-6-2004
- Coleophora glaucicolella (Wood, 1892), 2
- Coleophora atriplicis (Meyrick, 1928), 4
- Monochroa sp., 3
- Bryotropha terrella ([Denis & Schiffermüller], 1775), 1
- Scrobipalpa nitentella (Pierce & Metcalfe, 1935), 4
- Scrobipalpa obsoletella (Fischer von Röslerstamm), 2
- Mompha ochraceella (Curtis, 1839), 61
- Mompha epilobiella (Haworth, 1828), 1
- Agapeta hamana of groene eikenbladroller (Linnaeus, 1758), 50
- Gypsonoma dealbana (Frölich, 1828), 1
- Epiblema uddmanniana(Linnaeus, 1758), 1
- Epiblema graphana (Treitschke, 1835), 2
- Eucosma metzneriana (Treitschke, 1830), 2
- Dichrorampha gueneeana (Obraztsov, 1953), 2
- Anerastia lotella (Hübner, 1913), 1
- Homoeosoma sinuella (Fabricius, 1794), 1
- Phycitodes binaevella (Hübner, 1813), 1
- Chilo phragmitella(Hübner, 1805), 1
- Chrysoteuchia culmella(Linnaeus, 1758), 1
- Spilosoma urticae (Esper, 1789), 2
- Macrochilo cribrumalis of stippelsnuituil (Hübner, 1793), 1
- Protodeltote pygarga of donkere marmeruil (Hufnagel, 1766), 1
- Deltote bankiana(Fabricius, 1775), 1
- Autographa gamma of gamma-uil(Linnaeus, 1758), 1
- Caradrina morpheus(Hufnagel, 1766) 2
- Arenostola semicana (Esper, 1798), 11
- Mythimna impura(Hübner, 1808), 2
- Noctua comes(HÃübner, 1813), 1
- Xestia triangulum of driehoekuil (Hufnagel, 1766), 1
- Chrysoteuchia culmella (Linnaeus, 1758), 5
2004 Galgeschoor
30-5-2004
- Monopis monachella (Hübner, 1796), 1
- Bactra robustana (Christoph, 1872), 2
- Crambus lathoniellus (Zinken, 1817), 2
- Deltote bankiana – zilverstreep (Fabricius, 1775), 3
- Archanara geminipuncta – gestippelde rietboorder (Haworth, 1809), 1
16-6-2004
- Phragmataecia castaneae of rietluipaard (Hübner, 1790), 4
- Monopis monachella (Hübner, 1796), 1
- Glyphipterix thrasonella (Scopolli, 1763), 2
- Coleophora alticolella (Zeller, 1849, 3
- Bryotropha terella ([Denis & Schiffermüller], 1775), 1
- Mompha ochraceella (Curtis, 1839), 2
- Bactra robustana (Christoph, 1872), 2
- Epiblema rosaecolana (Doubleday, 1850), 1
- Eucosma metzneriana (Treitschke, 1830), 2
- Anerastia lotella (Hübner, 1913), 1
- Chilo phragmitella (Hübner, 1805), 1
- Chrysoteuchia culmella (Linnaeus, 1758), 1
- Crambus uliginosellus (Zeller, 1850), 1
- Crambus perlella (Scopolli, 1763), 1
- Scoparia ambigualis (Treitschke, 1830), 2
- Sitochroa verticalis (Linnaeus, 1758), 1
- Pterophorus pentadactyla (Linnaeus, 1758), 1
- Camptogramma bilineata (Linnaeus, 1758), 6
- Spilosoma urticae (Esper, 1789), 1
- Macrochilo cribrumalis (Hübner, 1793), 1
- Deltote bankiana (Fabricius, 1775), 20
- Autographa gamma (Linnaeus, 1758), 4
- Hoplodrina ambigua ([Denis & Schiffermüller], 1775), 1
- Chilodes maritimus (Tauscher, 1806), 1
- Apamea sordens (Hufnagel, 1766), 1
- Mesoligia furuncula ([Denis & Schiffermüller], 1775), 1
- Lacanobia oleracea (Linnaeus, 1758), 1
- Mamestra brassicae (Linnaeus, 1758), 1
- Leucania obsoleta (Hübner, 1803), 6
- Mythimna straminea (Treitschke, 1825), 3
- Axylia putris (Linnaeus, 1761), 2
- Agrotis exclamationis (Linnaeus, 1758), 2
26-6-2004
- Agapeta hamana of groene eikenbladroller (Linnaeus, 1758), 20
- Chrysoteuchia culmella (Linnaeus, 1758), 1
- Pterophorus pentadactyla (Linnaeus, 1758), 1
- Deltote bankiana (Fabricius, 1775), 3
2005 Groot Buitenschoor
26-07-2005
- Phragmataecia castaneae of rietluipaard (Hübner, 1790), 1
- Bucculatrix maritima (Stainton, 1851), 44
- Clepsis spectrana (Treitschke, 1830), 10
- Phalonidea affinitana (Stephens, 1831), 1
- Crambus perlella (Scopolli, 1763), 2
- Elachista rufocinerea (Haworth, 1828), 1
- Chilodes maritimus (Tauscher, 1806), 4
17-08-2005
- Coleophora viminetella (Zeller, 1849), 1
2005 Galgeschoor
23-04-2005
- Pieris rapae of klein koolwitje (Linnaeus, 1758) , 1
- Chilodes maritimus (Tauscher, 1806), 1
26-07-2005
- Coleophora versurella (Zeller, 1849), 1
- Agonopterix propinquella (Treitschke, 1835), 3
- Bryotropha terrella ([Denis & Schiffermüller], 1775) , 4
- Scrobipalpa obsoletella (Fischer von Röslerstam, 1841), 5
- Agapeta hamana of groene eikenbladroller (Linnaeus, 1758), 5
- Bactra robustana (Christoph, 1872), 1
- Agriphila straminella of blauwooggrasmot ([Denis & Schiffermüller], 1775), 5
- Thymelicus lineola of zwartsprietdikkopje (Ochsenheimer, 1808) , 1
- Semiothisa clathrata of klaverspanner (Linnaeus, 1758), 1
- Epirrhoe alternata of gewone bandspanner (Müller, 1764), 1
- Eupithecia simpliciata of meldedwergspanner (Haworth, 1809), 40
- Clostera curtula of bruine wapendrager (Linnaeus, 1758), 1
- Phragmatobia fuliginosa of kleine beer (Linnaeus, 1758), 6
- Earias clorana of kleine groenuil (Linnaeus, 1761), 1
- Autographa gamma of gamma-uil (Linnaeus, 1758), 3
- Apamea sordens of kweekgrasuil (Hufnagel, 1766) , 1
- Mesoligia furuncula of zandhalmuiltje ([Denis & Schiffermüller], 1775), 1
- Mesoligia literosa of duinhalmuiltje (Haworth, 1809), 1
- Hydraecia micacea of aardappelstengelboorder (Esper, 1798), 1
- Arenostola semicana (Esper, 1798), 10
- Lacanobia suasa of variabele W-uil ([Denis & Schiffermüller], 1775), 1
- Leucania obsoleta of gestreepte rietuil, syn: Mithymna obsoleta (Hübner, 1803), 1
2006 Groot Buitenschoor
11-6-2006 – 52 soorten, #2123
- Morophaga choragella (Fabricius, 1777), 1
- Elachista monosemiella (Rössler, 1881) of Elachista maculicerusella (Bruand, 1859) , 1
- Monochroa sp. (Heinemann), 2
- Scrobipalpa nitentella (Pierce & Metcalfe, 1935), 1
- Phragmataecia castaneae of rietluipaard (Hübner, 1790), 4
- Agapeta hamana – groene eikebladroller (Linnaeus, 1758), 8
- Cochylis dubitana (Hübner, 1799), 1
- Pandemis cerasana (Hübner, 1786), 1
- Pandemis heparana of leverkleurige bladroller (Denis & Schiffermüller), 1
- Clepsis spectrana of koolbladroller (Treitschke, 1830), 2
- Bactra robustana (Christoph, 1872), 3
- Eucosma cana (Haworth, 1811), 4
- Eucosma metzneriana (Treitschke, 1830), 1
- Epiblema costipunctana (Haworth, 1811), 3
- Pterophorus pentadactyla of vijfvingerige vedermot (Linnaeus, 1758), 3
- Anerastia lotella (Hübner, 1813), 1
- Chrysoteuchia culmella (Linnaeus, 1758), 1
- Crambus lathoniellus (Zincken 1817), 1
- Evergestis extimalis (Scopoli, 1763), 1
- Mimas tiliae of Lindepijlstaart (Linnaeus, 1758), 1
- Peribatodes rhomboidaria of taxusspinkelspanner (Denis & Schiffermüller, 1775), 1
- Cabera pusaria of witte grijsbandspanner (Linnaeus, 1758), 2
- Campaea margaritata of appeltak (Linnaeus, 1767), 1
- Timandra griseata of lieveling (W. Petersen, 1902), 1
- Scotopteryx chenopodiata of bruindbandspanner (Linnaeus, 1758), 3
- Xanthorhoe spadicearia of bruine vierbandspanner ([Denis & Schiffermüller], 1775), 1
- Xanthorhoe fluctuata of zwartbandspanner (Linnaeus, 1758), 1
- Eupithecia centaureata of zwartvlekdwergspanner ([Denis & Schiffermüller], 1775), 1
- Pterostoma palpina of snuitvlinder (Denis & Schiffermüller, 1775), 1
- Hypena proboscidalis of bruine snuituil (Linnaeus, 1758), 3
- Deltote bankiana of zilverstreep (Fabricius, 1775), 30
- Hoplodrina ambigua of zuidelijke stofuil (Denis & Schiffermüller, 1775), 6
- Apamea monoglypha of graswortelvlinder (Hufnagel, 1766), 1
- Oligia strigilis of gelobt halmuiltje (Linnaeus), 8
- Oligia latruncula of donker halmuiltje (Denis & Schiffermüller, 1775), 11
- Oligia fasciuncula of Oranjegeel Halmuiltje (Haworth, 1809), 15
- Arenostola phragmitidis of Egale Rietboorder (Hübner, 1803), 1
- Lacanobia suasa of Variabele W-uil (Denis & Schiffermüller, 1775), 8
- Mythimna albipuncta of witstipgrasuil (Denis & Schiffermüller, 1775), 10
- Mythimna impura of Stompvleugelgrasuil (Hübner, 1808), 15
- Mythimna pallens of Bleke Grasuil (Linnaeus), 1
- Mythimna obsoleta of gestreepte rietuil (Hübner, 1803), 8
- Axylia putris of Houtspaander (Linnaeus), 5
- Ochropleura plecta of haarbos (Linnaeus), 2
- Diarsia rubi of Gewone Breedvleugeluil (Vieweg, 1790), 5
- Noctua pronuba – huismoeder (Linnaeus, 1758), 1
- Xestia c-nigrum – zwarte C-uil (Linnaeus, 1758), 20
- Agrotis puta of puta-uil (Hübner, 1803), 2
- Agrotis exclamationis of gewone worteluil (Linnaeus, 1758), 2
- Earias clorana of kleine groenuil (Linnaeus), 6
- Spilosoma lubricipeda of witte tijgervlinder (Linnaeus, 1758), 4
- Spilosoma urticae of sneeuwbeer (Esper, 1789), 6
5-8-2006 – 3 soorten, #6
- Plutella xylostella of koolmot (Linnaeus, 1758), 1
- Mesoligia furuncula of zandhalmuiltje (Denis & Schiffermüller, 1775), 4
- Mythimna impura of Stompvleugelgrasuil (Hübner, 1808), 1
10-8-2006 – 1 soort, #1
- Vanessa cardui of distelvlinder (Linnaeus), 1
2006 Galgeschoor
4-6-2006 – 7 soorten, #32
- Elachista argentella (Clerck, 1759),3
- Coleophora adjunctella (Hodgkinson, 1882), 1
- Agapeta hamana – groene eikebladroller (Linnaeus, 1758), 10
- Anthophila fabriciana of Brandnetelmotje (Linnaeus 1767), 1
- Ebulea crocealis (Hübner, 1796), 1
- Deltote bankiana – zilverstreep (Fabricius, 1775), 1
- Deltote bankiana of zilverstreep (Fabricius, 1775), 15
10-08-2006 – 1 soort, #1
- Vanessa cardui of distelvlinder (Linnaeus, 1758) 1
[/su_tab]
[su_tab title=”Alfabetische soortenlijst”]
- Adaina microdactyla (Hübner, 1813)
- Aethes smeathmanniana (Fabricius, 1784)
- Agapeta hamana – groene eikebladroller (Linnaeus, 1758)
- Aglais urticae – kleine vos (Linnaeus, 1758)
- Agonopterix propinquella (Treitschke, 1835)
- Agriphila geniculea (Haworth, 1811)
- Agriphila straminella of blauwooggrasmot ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Agriphila tristella ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Agrotis exclamationis of gewone worteluil (Linnaeus, 1758)
- Agrotis ipsilon (Hufnagel, 1766)
- Agrotis puta of puta-uil (Hübner, 1803)
- Anerastia lotella (Hübner, 1913)
- Anthophila fabriciana of Brandnetelmotje (Linnaeus 1767)
- Apamea monoglypha of graswortelvlinder (Hufnagel, 1766)
- Apamea sordens of kweekgrasuil (Hufnagel, 1766)
- Archanara geminipuncta – gestippelde rietboorder (Haworth, 1809)
- Arenostola phragmitidis of Egale Rietboorder (Hübner, 1803)
- Arenostola semicana (Esper, 1798) – syn: Arenostola phragmitidis (Hübner, 1803)
- Argyrotaenia ljungiana – bladrollertje (Thunberg, 1797)
- Autographa gamma of gamma-uil (Linnaeus, 1758)
- Axylia putris of Houtspaander (Linnaeus, 1761)
- Bactra robustana (Christoph, 1872)
- Bryotropha terrella ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Bucculatrix bechsteinella (Bechstein & Scharfenberg, 1805)
- Bucculatrix maritima (Stainton, 1851)
- Cabera pusaria of witte grijsbandspanner (Linnaeus, 1758)
- Campaea margaritata of appeltak (Linnaeus, 1767)
- Camptogramma bilineata (Linnaeus, 1758)
- Caradrina morpheus (Hufnagel, 1766)
- Chilo phragmitella (Hübner, 1805)
- Chilodes maritimus (Tauscher, 1806)
- Chrysoesthia drurella (Fabricius, 1775)
- Chrysoteuchia culmella (Linnaeus, 1758)
- Clepsis spectrana of koolbladroller (Treitschke, 1830)
- Clostera curtula of bruine wapendrager (Linnaeus, 1758)
- Cochylis dubitana (Hübner, 1799)
- Coenonympha pamphilus – hooibeestje (Linnaeus, 1758)
- Coleophora adjunctella (Hodgkinson, 1882)
- Coleophora adspersella (Benander, 1939)
- Coleophora alticolella (Zeller, 1849)
- Coleophora atriplicis (Meyrick, 1928)
- Coleophora glaucicolella (Wood, 1892)
- Coleophora lusciniaepennella (Treitschke, 1833) – syn: Coleophora viminetella (Zeller, 1849)
- Coleophora versurella (Zeller, 1849)
- Coleophora viminetella (Zeller, 1849) – syn: Coleophora lusciniaepennella (Treitschke, 1833)
- Colias hyale – gele luzernevlinder (Linnaeus, 1758)
- Crambus lathoniellus (Zincken 1817)
- Crambus perlella (Scopolli, 1763)
- Crambus uliginosellus (Zeller, 1850)
- Deltote bankiana – zilverstreep (Fabricius, 1775)
- Deltote uncula of zilverhaak (Clerck, 1759)
- Diarsia rubi of Gewone Breedvleugeluil (Vieweg, 1790)
- Dichrorampha gueneeana (Obraztsov, 1953)
- Earias clorana of kleine groenuil (Linnaeus, 1761)
- Ebulea crocealis (Hübner, 1796)
- Elachista argentella (Clerck, 1759)
- Elachista maculicerusella (Bruand, 1859) of Elachista monosemiella (Rössler, 1881)
- Elachista monosemiella (Rössler, 1881) of Elachista maculicerusella (Bruand, 1859)
- Elachista rufocinerea (Haworth, 1828)
- Emmelina monodactyla (Linnaeus, 1758)
- Endothenia quadrimaculana (Haworth, 1811)
- Epiblema costipunctana (Haworth, 1811)
- Epiblema graphana (Treitschke, 1835)
- Epiblema rosaecolana (Doubleday, 1850)
- Epiblema uddmanniana (Linnaeus, 1758)
- Epirrhoe alternata of gewone bandspanner (Müller, 1764)
- Eucosma cana (Haworth, 1811)
- Eucosma metzneriana (Treitschke, 1830)
- Eupithecia centaureata of zwartvlekdwergspanner ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Eupithecia simpliciata of meldedwergspanner (Haworth, 1809)
- Eurrhypara hortulata – brandnetelmot (Linnaeus, 1758)
- Evergestis extimalis (Scopoli, 1763)
- Glyphipterix thrasonella (Scopolli, 1763)
- Gypsonoma dealbana (Frölich, 1828)
- Homoeosoma sinuella (Fabricius, 1794)
- Hoplodrina ambigua – zuidelijke stofuil (Denis & Schiffermüller, 1775)
- Hydraecia micacea of aardappelstengelboorder (Esper, 1798)
- Hypena proboscidalis of bruine snuituil (Linnaeus, 1758)
- Idaea aversata (Linnaeus, 1758)
- Idaea seriata – paardebloemspanner (Schrank, 1802)
- Lacanobia oleracea (Linnaeus, 1758)
- Lacanobia suasa of variabele W-uil ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Leucania obsoleta of gestreepte rietuil, syn: Mithymna obsoleta (Hübner, 1803)
- Lobesia abscisana (Doubleday, 1859)
- Luperina testacea – gewone grasuil ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Macrochilo cribrumalis (Hübner, 1793)
- Mamestra brassicae (Linnaeus, 1758)
- Mesoligia furuncula – zandhalmuiltje (Denis & Schiffermüller, 1775)
- Mesoligia literosa of duinhalmuiltje (Haworth, 1809)
- Mimas tiliae of Lindepijlstaart (Linnaeus, 1758)
- Mompha epilobiella (Haworth, 1828)
- Mompha ochraceella (Curtis, 1839)
- Monochroa sp. (Heinemann)
- Monopis monachella (Hübner, 1796)
- Morophaga choragella (Fabricius, 1777)
- Mythimna albipuncta of witstipgrasuil (Denis & Schiffermüller, 1775)
- Mythimna impura – stompvleugelgrasuil (Hübner, 1808)
- Mythimna obsoleta of gestreepte rietuil (Hübner, 1803)
- Mythimna pallens of Bleke Grasuil (Linnaeus)
- Mythimna straminea (Treitschke, 1825)
- Noctua comes (Hübner, 1813)
- Noctua pronuba – huismoeder (Linnaeus, 1758)
- Nomophila noctuella ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Ochropleura plecta – haarbos (Linnaeus, 1761)
- Oligia fasciuncula of Oranjegeel Halmuiltje (Haworth, 1809)
- Oligia latruncula of donker halmuiltje (Denis & Schiffermüller, 1775)
- Oligia strigilis of gelobt halmuiltje (Linnaeus, 1758)
- Pandemis cerasana (Hübner, 1786)
- Pandemis heparana of leverkleurige bladroller (Denis & Schiffermüller)
- Paradrina clavipalpis – huisuil (Scopoli, 1763)
- Peribatodes rhomboidaria of taxusspinkelspanner (Denis & Schiffermüller, 1775)
- Phalonidea affinitata (Stephens, 1831) – syn: Perizoma affinitata (Stephens, 1831) of koekoeksbloemspanner
- Phragmataecia castaneae of rietluipaard (Hübner, 1790)
- Phragmatobia fuliginosa of kleine beer (Linnaeus, 1758)
- Phycitodes binaevella (Hübner, 1813)
- Pieris brassicae – grote koolwitje (Linnaeus, 1758)
- Pieris rapae of klein koolwitje (Linnaeus, 1758)
- Plutella xylostella of koolmot (Linnaeus, 1758)
- Protodeltote pygarga (Hufnagel, 1766)
- Pterophorus pentadactyla of vijfvingerige vedermot (Linnaeus, 1758)
- Pterostoma palpina of snuitvlinder (Denis & Schiffermüller, 1775)
- Pyrausta cespitalis (Denis & Schiffermüller, 1775)
- Pyronia tithonus – oranje zandoogje (Linnaeus, 1771)
- Rhizedra lutosa – herfstrietboorder (Hübner, 1803)
- Scoparia ambigualis (Treitschke, 1830)
- Scotopteryx chenopodiata of bruindbandspanner (Linnaeus, 1758)
- Scrobipalpa nitentella (Pierce & Metcalfe, 1935)
- Scrobipalpa obsoletella (Fischer von Röslerstamm, 1841)
- Semiothisa clathrata of klaverspanner (Linnaeus, 1758)
- Sitochroa verticalis (Linnaeus, 1758)
- Smerinthus ocellata – pauwoogpijlstaart (Linnaeus, 1758)
- Spilosoma lubricipeda of witte tijgervlinder (Linnaeus, 1758)
- Spilosoma urticae of sneeuwbeer (Esper, 1789)
- Thalpophila matura – geelvleugeluil (Hufnagel, 1766)
- Thymelicus lineola of zwartsprietdikkopje (Ochsenheimer, 1808)
- Thymelicus sp.
- Timandra griseata of lieveling (W. Petersen, 1902)
- Tyria jacobaeae – sint-jacobsvlinder (Linnaeus, 1758)
- Vanessa cardui of distelvlinder (Linnaeus, 1758)
- Xanthorhoe fluctuata of zwartbandspanner (Linnaeus, 1758)
- Xanthorhoe spadicearia of bruine vierbandspanner ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Xestia c-nigrum – zwarte C-uil (Linnaeus, 1758)
- Xestia triangulum (Hufnagel, 1766)
[/su_tab]
[su_tab title=”Referenties”]
- De Prins, 1998. Catalogue of the Lepidoptera of Belgium. 1-236. Uitg. Kon. Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
- Hoffmann, M., 1993. Vegetatiekundig-ecologisch onderzoek van de buitendijkse gebieden langs de Zeeschelde met vegetatiekartering. 1-223 Universiteit Gent.
- Jansen, M.G.M. 2001. Die Microlepidopterenfauna der Salzwiesen der niederländischen Küstenregion. In: S. Löser (red.), Verhandlungen Westdeutscher Entomologentag 2000 Düsseldorf. Lübbecke-Museum, Düsseldorf, 136-140.
- Jansen, M.G.M. 2002. Scrobipalpa nitentella, nieuw voor de Belgische fauna (Lepidoptera: Gelechiidae) Phegea 30: 186.
[/su_tab]
[su_tab title=”Websites”]
De Vlinderstichting (Nl)
Er zijn veel meer nachtvlinders dan dagvlinders. Vrijwel alle nachtvlinders vliegen ’s nachts, maar ruim honderd soorten zijn ook overdag actief:de overdag actieve nachtvlinders. Alle nachtvlinders zijn van dagvlinders te onderscheiden door de vorm van hun voelsprieten.
Er zijn in Europa meer dan 10000 soorten nachtvlinders. Uit Nederland zijn er meer dan 2000 bekend, waarvan ongeveer 1300 horen tot de zogenaamde kleine vlinders (microlepidoptera). De overige soorten worden vaak samengevat onder de term macro: de grote nachtvlinders.
British leafminers
This site is the result of an on-going project, set up to photograph and record all the leaf mining fauna which occur in Britain. Use has been made of SLR and Digital cameras, as well as Scanners, in compiling this site. The leaf mining fauna include Coleoptera (beetles), Diptera (flies), Hymenoptera (sawflies) and Lepidoptera (moths).
UKMoths
UKMoths, your online guide to the moths of Great Britain and Ireland.
Traditionally, moth fieldguides have concentrated on the so-called “macro-moths”, of which there are around 800 regular British species. To study all of Britain’s species including the often very interesting microlepidoptera, requires an expensive library of reference material.
The aim of this site is to illustrate as many species of British moths as possible and to provide this information in an accessible format. Over 2400 species have been recorded in the British Isles, and currently 1753 of these are illustrated, featuring 4148 photographs.
[/su_tab]
[su_tab title=”Contactpersoon”]
Maurice Jansen, Appelgaard 9, 4033 JA Lienden, Nederland
email: m.g.m.jansen@minlnv.nl
[/su_tab]
[/su_tabs]