Lillo stad

Op het moment dat de Antwerpse polder werd geannexeerd voor de havenuitbreidingen, ontwikkelde Renaat Braem in 1957 een denkbeeldig model voor een nieuwe stad voor 8 000 inwoners op de plaats van het gespaarde Lillo-Fort.

kiel-blokken-renaatBraem

Renaat Braem (1910-2001) geldt als één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de naoorlogse architectuur in België. In de jaren ’50 en ’60 kreeg zijn loopbaan internationaal weerklank met de bouw van indrukwekkende huisvestingscomplexen in Antwerpen, Brussel en Leuven. In Antwerpen is hij bekend als de architect van de politietoren en de sociale woningen op het Kiel.

In 1968 schreef hij geschiedenis met zijn essay “Het lelijkste land ter wereld” (lees online …) , een aanklacht tegen de naoorlogse ruimtelijke ordening in België.

Hij paste hierbij de modernistische principes van de CIAM (Congres Internationaux d’Architecture Moderne) toe, die in de jaren 1930 werden ontwikkeld en het richtsnoer vormden voor de naoorlogse stedenbouw. Deze schreven een strikte scheiding voor van de vier hoofdfuncties van het maatschappelijke leven: wonen, werken, verkeer en cultuur of recreatie.

Stad Lillo beantwoordde aan het ideaalbeeld van het wonen: de satellietstad te midden van het groen, op fietsafstand van de havenbedrijven, en via metro en autosnelweg verbonden met de kernstad.
In het ontwerp werd de vijfhoekige bastionstructuur van de oude vesting Lillo behouden, als centrum van een nieuwe aanleg in klaverbladvorm, die uit drie clusters van telkens vijf identieke woontorens zou bestaan. Binnen deze aanleg werd het voetgangersverkeer resoluut gescheiden van het gemotoriseerde verkeer.
Tot de gemeenschappelijke voorzieningen rekende Braem onder meer een winkel- en ontspanningscentrum, clublokalen, diverse scholen en sportinfrastructuur.

In het geloof dat nieuwe materialen het mogelijk zouden maken steeds hoger te bouwen, experimenteerde hij met een lichte staalconstructie, staaldekken en binnenmuren van quasi gewichtloze kunststof. Een revolutionaire, dubbelwandige buitenmantel van plexiglas zorgde voor isolatie en opslag van warme lucht in de winter, en geactiveerde circulatie van koele lucht in de zomer.

lillo-satellietstad-schets voor inkompartij van een woontoren-RenaetBraem

Braem gaf de vijftien woontorens van Stad Lillo een gebogen, zeslobbige vorm die maxmaal uitzicht en bezonning bood. De torens moesten dertig verdiepingen tellen met telkens zes appartementen, elk met een royaal zonneterras met uitzicht op de Schelde. Via modulaire elementen konden de appartementen naar eigen inzicht door de bewoners worden ingedeeld.

In een latere versie gaf Braem zijn woontorens, nu met veertig verdiepingen, een meer uitgesproken organische vormgeving. Dit komt vooral tot uiting in de topgeleding, een soort sculpture-habitacle die dienst deed als meditatiecentrum.

>> meer weten: Renaat Braem, loopbaan en verwezenlijkingen