De Noordzee

De Noordzeebodem ooit een dichtbevolkt rivierenlandschap

doggerland

Probeer het je voor te stellen. Je staat op de zeedijk en tuurt over die eindeloze, golvende Noordzeevlakte. Waar nu enkel water te zien is, strekte zich heel lang geleden een landschap uit van brede, vruchtbare valleien en imposante riviersystemen. Een landschap bevolkt door grote kudden planteneters (mammoeten, bizons, paarden), roofdieren (lynx, wolf, sabeltand) en jawel, mensen! Een deel van dit gebied had zelfs een naam: Doggerland.

Doggerland

Het Engels kanaal was ooit een Europese superrivier

Het Europagevoel was zo´n 20.000 jaar geleden al enigszins aanwezig, althans in geologisch opzicht. Alle grote West-Europese rivieren kwamen toen tijdens de laatste ijstijd samen in een Europese superrivier die via het Engelse kanaal naar de Golf van Biskaje stroomde. Een abrupte stijging van de zeespiegel maakte aan deze zoetwatertoevloed een einde.

Deze conclusies trekken onderzoekers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en Franse wetenschappers uit analyses van modder uit de oceaanbodem.

engelsekanaal-superrivier

Het bewijs voor de Europese superrivier vonden de onderzoekers in een sedimentkern die op twee kilometer diepte werd geboord op een continentale helling waar het Engelse Kanaal overgaat in de Golf van Biskaje. Deze kern bevat sedimentlagen uit de laatste ijstijd , een belangrijke geologische periode die duurde van 17.000 tot 23.500 jaar geleden. Het Europese continent werd toen bedekt door een enorme ijskap. De zeespiegel was toen veel lager dan nu en de Noordzee lag droog. Dat had grote invloed op de loop van alle grote West-Europese rivieren, zoals de Rijn en de Theems .

Landbacteriën

De onderzoekersanalyseerden twee soorten organische stoffen uit de sedimentkern. Één is afkomstig van op het land levende bodembacteriën, die door uitspoeling van de bodem via rivieren naar zee werden gevoerd, de andere van in zee levende oerbacteriën. De verhouding van deze stoffen is een maat voor aanvoer van materiaal vanaf het land.

Tussen 17.000 jaar en 19.500 jaar geleden blijkt er veel meer materiaal vanaf het land te zijn afgevoerd naar de plaats waar de sedimentkern zich oorspronkelijk bevond, zo ontdekten de onderzoekers bij hun analyses op het NIOZ, een instituut van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Volgens hen wijst dat op de ligging van een Europese superrivier. In die periode warmde het klimaat namelijk weer op en begonnen de ijskappen te smelten. Dit resulteerde in de vorming van grote hoeveelheden smeltwater, bodemerosie en afvoer van organisch materiaal via de Kanaalrivier naar de Golf van Biskaje.

Doordat de zeespiegel op het hoogtepunt van de laatste ijstijd veel lager was dan nu, lag de positie van de sedimentkern toen heel dicht bij de riviermonding. Maar in de sedimentlagen jonger dan 17.000 jaar troffende onderzoekers ineens nauwelijks meer organische stoffen van landbacteriën aan. Zij concluderen daaruit dat met het stijgen van het zeeniveau de riviermonding zich terugtrok door het Kanaal in de richting van de huidige Noordzee, waardoor de rivierinvloed plotseling wegviel.
Die transformatie van superrivier naar een zee zonder veel rivierinvloed heeft zich binnen een eeuw voltrokken. Volgens Jaap Sinninghe Damsté, onderzoeksleider bij het NIOZ, is dat ongekend snel voor zulke geologische processen.

bron: NIOZNews