Toekomst van de Hedwigepolder

Op 11 september publiceerde Jim van Belzen een nieuw technisch artikel welke nodig was om de toekomstige ontwikkelingen in de Hedwige beter te begrijpen.

Soms moet je nieuwe technieken uitvinden om een klus te klaren. Tijdens ons onderzoek naar de toekomstige ontwikkeling van slikken- en schorrennatuur in de Hedwige-Prosperpolder kwamen er er achter dat het gebied te groot was om het effect van planten op de vorming van getijdengeulen goed mee te kunnen nemen zonder dat de rekentijden van de supercomputer in Antwerpen de pan uit zouden reizen. Daarom bedachten we een manier waardoor we dit effect wel mee konden nemen voor een fractie van de rekenkracht.

We zijn erg trots op deze innovatie. En het is de eerste in een reeks van innovaties die nog uit gaan komen rond het overbruggen van ruimtelijke schaalverschillen in biogeomorfologische modellen (een moeilijk woord voor de simulaties waarbij waterstroming, ontwikkeling van bodemhoogte door erosie en afzetting van zand en slib, en planten ). Zo zie je dat toegepaste wetenschap vaak baat heeft bij het oplossen van fundamentele wetenschappelijke vragen. Kennis die straks essentieel gaat zijn wanneer we onze kust klaar moeten gaan maken om de uitdaging van klimaatopwarming en zeespiegelstijging aan te kunnen.

Link naar het artikel:
https://agupubs.onlinelibrary.wiley.com/…/10.1…/2020MS002116

Zie hier een impressie van wat wij op basis van 4 jaar veldonderzoek en de computersimulaties verwachten te zien gebeuren in de Hedwige-Prosperpolder.

tekst: Jim van Belzen