Het slik op het Groot Buitenschoor lijkt kaal en doods. Maar in werkelijkheid is er heel wat leven te bespeuren in deze zone.
Koen Vanagtmael had wat van de her en der op het slik voorkomende bruingroene plekken afgeschraapt en eens onder de microscoop gelegd. Daarin zie je heel duidelijk oogdiertjes Euglena spec.
Oogdiertjes zijn ééncelligen met schijnvoetjes (undulipodia) waarmee ze zich kunnen voortbewegen. Ze danken hun naam aan een lichtgevoelige vlek, de zogenaamde oogvlek. Die gebruiken zij om licht te “zien”.
Veel diatomeeënsoorten, maar vooral Euglena’s kruipen overdag bij laagwater uit de bovenste sedimentlagen omhoog om maximaal van het zonlicht te kunnen profiteren, en vormen dan met het blote oog zichtbare bruingroene zone’s aan het sedimentoppervlak.
Wanneer het getij terug opkomt, verdwijnen zij terug in het sediment om aan opwerveling of begrazing door macrobenthossoorten zoals wadslakje, slikgarnaal of nonnetje te ontsnappen.