Bij de maandelijkse watervogeltelling voor het INBO telden Stijn Baeten en Wout De Rouck andermaal meer dan 10.000 watervogels. Tweede speciale gegeven daarbij was het enorme soortenaantal binnen de groep van de “Watervogels”: niet minder dan 43 soorten.
Dit kan slechts gehaald worden omdat er zowel soorten tussen zitten die normaal in zoute milieus verblijven (zilverplevier), als vogels van zoete milieus (waterhoen), maar ook soorten die normaal zuidelijker trekken om te overwinteren (lepelaar, groenpootruiter, kluut).
- 2 Kleine Zilverreiger (foto)
- 51 Tureluur
- 5 Grote Zilverreiger
- 5 Soepeend
- 3 Nonnetje
- 4 Knobbelzwaan
- 7 Bergeend
- 1 Fuut
- 7 Dodaars
- 76 Watersnip
- 354 Wilde Eend
- 1247 Wintertaling
- 2525 Smient
- 11 Nijlgans
- 1068 Grauwe Gans
- 13 Waterhoen
- 1 Zwarte Ruiter
- 10 Blauwe Reiger
- 21 Tafeleend
- 91 Kuifeend
- 48 Meerkoet
- 163 Krakeend
- 60 Scholekster
- 2 Zilverplevier
- 76 Kluut
- 322 Bonte Strandloper
- 8 Lepelaar
- 2 Groenpootruiters
- 3 Witgat
- 1 Grote Mantelmeeuw
- 211 Wulp
- 1835 Kievit
- 7 Goudplevier
- 6 Kemphaan
- 43 Pijlstaart
- 60 Slobeend
- 958 Kolgans
- 1226 Brandgans
- 31 Canadese Gans
- 1 Sneeuwgans
- 1 Aalscholver
- 24 Kokmeeuw
- 6 Stormmeeuw
Goed voor 10589 exemplaren verdeeld over een indrukwekkend aantal van 43 soorten. Vooral de aantallen van wintertaling lagen erg hoog. Het hoogste zelfs sinds de start van mijn WV-tellingen in 2009! Daar zaten dus alle vogels van Burchtse Weel ;-).