‘Vogels tellen, dat lijkt me best lastig. Al die geluiden! En zo’n grote groep?’ Dan zeggen we bij Sovon: iedereen kan het leren. Het best gaat dat buiten, in het veld, onder begeleiding van een ervaren vogelaar. Daarnaast kunt je wat opsteken tijdens verhalen van kenners.
Bij het tellen van vogels zijn in elk geval twee dingen belangrijk: de herkenning van vogelsoorten en het schatten of turven van aantallen. Door veel te oefenen krijg je dat onder de knie en kun je zelfs fanatiek worden!
Al die geluiden
Doorgewinterde vogelaars geven het meteen toe: in het voorjaar hóór je meer vogels dan je ziet. Zeker ’s morgens vroeg, als een koor van zangvogels losbarst. Het werkt dan het beste om rustig de tijd te nemen om de zingende vogel op te zoeken. Eventueel vogelgids, camera en geluiden-app in de aanslag. Thuis kun je rustig oefenen via thuisinhetveld.sovon.nl. Let bij het oefenen goed op de plek waar je bent (geweest) en welke soorten je daar kunt verwachten. Zo hoef je in de duinen geen zingende geelgors te verwachten, maar in Drenthe daarentegen wel.
Sommige geluiden lijken erg veel op elkaar, zoals die van de snor en sprinkhaanzanger. Of qua verenkleed, zoals van de glanskop en matkop. Daar moeten ook ervaren vogelaars flink op blijven oefenen. Over de verschillen tussen glanskop en matkop en hun voorkomen in Nederland geeft Hidde Bult op de Landelijke Dag een lezing. Hij heeft zich verdiept in deze twee soorten en kent ze als geen ander.
Zo’n grote groep
Vogels tellen kan op allerlei manieren en voor allerlei telprojecten. Bij ieder project is de vraag net weer wat anders. Broedvogels tel je vaak in een onoverzichtelijk bos en per territorium: iedere roodborst met een nest laat zich immers horen. Vooral voor het watervogelproject en bij trektellen is het handig om grote groepen vogels te leren tellen of schatten. Hier even wat vuistregels daarbij:
- Grote groepen vogels schat je eerst. Als je dan nog genoeg tijd hebt, kun je proberen om het exacte aantal vogels te tellen.
- Schatten kun je het beste doen door een groepje van 10, 50 of 100 vogels (afhankelijk van de groepsgrootte) af te bakenen en telkens een groepje dat ongeveer even groot is daarbij op te tellen. Hou daarbij rekening met verschillen in dichtheid binnen de groep!
- Heb je voldoende tijd om daarna te tellen, dan is het een kwestie van de groep van links naar rechts, of andersom, te bekijken. Heel handig is het daarbij om een handtellertje te gebruiken, zodat je kunt tellen en kijken tegelijk.
- Een foto maken van een groep vogels en jezelf achteraf controleren kan heel leerzaam zijn…en af en toe confronterend. De ervaring leert dat bijna iedereen de aantallen in echt grote groepen onderschat.
Tekst: Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland