In 2006 en 2007 werkten Walter Van Ginhoven e.a. aan een uitgebreide inventarisatie van de Potpolder. Er werden ongeveer 40 soorten broedvogels vastgesteld, 127 plantensoorten, 22 libellensoorten, 12 soorten vlinders, 11 soorten korstmossen, …
Er was reeds eerder vastgesteld dat de waterplas geen enkele vis bevatte. Wetenschappers van het Instituut voor Natuur en Bos Onderzoek (INBO) onderzochten het visbestand van de plassen in de potpolder van Lillo. Ze vonden een dikke sliblaag, veel algen, maar geen enkele vis.
“We stelden vast dat het water overal helder was en dat het zuurstofgehalte goed was. Verder merkten we een dikke sliblaag op, heel veel algen, maar geen enkele vis”, aldus Jan Breine van het INBO. “Alle plassen hebben ook een goed ontwikkelde rietkraag en zachte hellingen. Kortom een gebied waar vissen best thuis willen zijn. De aanwezigheid van een rottende sliblaag op de bodem heeft een nefaste invloed op de waterfauna en waterflora. Dat komt omdat die sliblaag de zuurstofhuishouding verstoort en dat houdt vissen weg. Een andere reden voor het ontbreken van vis, is het regelmatig droog vallen van de plas met uitzondering van een geul en die kan dan weer zuurstofarm zijn.”, aldus nog de INBO-medewerker.
Alle bevindingen werden in een aantal rapporten gebundeld die je hier kunt downloaden als pdf-bestanden.