Een schor wordt door ontelbare grachtjes en geultjes dooraderd. Sommigen zijn heel duidelijk te zien, anderen leiden een grotendeels verborgen bestaan.
De wording van een geul op het schor kan zowel bovengronds als ondergronds beginnen. Bovengronds doordat het water bijv. een veel gebruikt pad van muskusratten of de schapen volgt. Of gewoon omdat het een zwakke plek heeft gevonden in het schor.
Het water schuurt de bodem dan stilaan verder en verder uit tot er een heuse geul ontstaat.
Ondergronds doordat het water een muskusrattengang of een zwakke plek in de ondergrond van het schor uitslijpt.
Een ondergrondse gracht zal je na een tijdje bemerken doordat er her en der doorbraken naar boven toe ontstaan. Na een tijdje zie je een lijn door het gras schemeren, met aan de zijkanten sporen van afgezet slib. Het plafond van de gracht vertoont hier en daar gaten langswaar het water kan buiten stromen.
Op een zeker moment is de bovenkant van de gang zo dun geworden, dat hij instort en de gang stilaan een open geul wordt.
Onderstaand filmpje toont je zo’n gracht die ondergronds gaat.
Het in- en uitstromende water slijpt de geul alsmaar meer en meer uit.
Door de kracht van het water worden de kanten onderspoeld en geregeld schuiven er grote brokken in de gracht.
Wat een klein geultje was, groeit stilaan verder uit tot een belangrijke geul.