Voor het vangen van vis waren in de loop der tijd verschillende methoden in gebruik. Drijfnetten of vleten voor de haringvisserij, hoekwanten voor bijvoorbeeld kabeljauw, heilbot of schelvis en het gaand want voor de visserij op schol. In de boomkorvisserij worden grotere netten achter een schip voortgesleept. In de meer kleinschalige visvangst, bijvoorbeeld in de weervisserij, wordt gebruik gemaakt van de getijdenwerking.
>> lees verder …