De plastic eilanden op de oceanen verliezen in hoog tempo plastic. Dat bewijst Jan Andries van Franeker door plastic vangsten in die eilanden te vergelijken met de maaginhoud van Noordse stormvogels op de Noordzee.
Van Franeker doet al sinds eind jaren zeventig onderzoek naar plastic in de magen van aangespoelde Noordse stormvogels. In die tijd is het gebruik van plastic explosief toegenomen. Die toename zie je niet terug in de stormvogelmagen. Dat is het goede nieuws. Het slecht nieuws is dat bijna zestig procent van de onderzochte vogels teveel plastic in de maag heeft. Bovendien is het aantal aangetroffen stukjes plastic wel sterk toegenomen: van vijftien stukjes in de jaren tachtig tot dubbel zoveel nu.’De oorzaak is een andere samenstelling van het plastic afval op zee. Zogenoemd industrieel plastic is binnen twee decennia met 75 procent afgenomen. Van Franeker: ‘Dan hebben we het over de plastic korrels van 4-5 millimeter doorsnee dat als uitgangsmateriaal wordt gebruikt voor plastic producten. Dat industrieel granulaat is fors afgenomen. Kennelijk zijn er steeds minder
fabrieks- en transportverliezen.’ Het zwaardere granulaat is vervangen door een sterke toename van lichtere deeltjes gebruiksplastic. Plastic dus dat afkomstig is van consumentenproducten.
De vraag is waar dat industriële plastic afval is gebleven. Niet in een van de vijf plastic eilanden op de oceanen, toont Van Franeker aan. Hij legde daartoe zijn plastic data van de Noordse stormvogels naast de gegevens van de Sea Education Organisation (SEA) die sinds 1986 het plasticgehalte in het Noordatlantische plastic eiland (the North Atlantic gyre) in kaart brengt. De beide datasets vertonen een opmerkelijke gelijkenis. Ook in het centrum van het plastic eiland is het industriële plastic binnen twee decennia met driekwart afgenomen, van ruwweg 1000 naar 250 deeltjes per km2.
Het aandeel gebruiksplastic in het onderzochte plastic eiland is nagenoeg gelijk gebleven. De sterke afname van industrieel plastic bewijst volgens Van Franeker onomstotelijk dat er op grote schaal plastic uit de eilanden verdwijnt. ‘Bij een aanhoudende toevoer zou je steeds meer industrieel plastic verwachten. Maar dat is dus niet zo. Integendeel, zelf bij aanhoudende toevoer van vuil verliest het eiland plastic. En met grote snelheid: 75 procent in minder dan twintig jaar. Dat is ontzettend snel. En waar het heen gaat, weten we niet.’
De analyse van Van Franeker ondersteunt alarmerend onderzoek dat vorig jaar verscheen, waaruit blijkt dat maar vijf procent van de jaarlijkse plasticlozing in de oceanen terug te vinden is in onder meer de plastic eilanden. Van Franeker: ‘Ongetwijfeld zakt er spul naar beneden. Ongetwijfeld slaan er stukken van het plastic eiland af en spoelen aan op kusten. En naar
mijn overtuiging dragen ook dieren bij door het verwerken van het plastic. Vogels malen het klein en verspreiden het via de uitwerpselen. Maar waar de rest blijft is een raadsel.’
bron: Resource Wageningen UR