Op het droogvallende wad kuiert de steltloper omgeven door klapwiekende meeuwen.
Kokkels en mossels zorgen voor kolderieke waterspuiten, fonteinen zetten een rapsodie in.
Scholeksters scheren laag over het water, parallel met eksters over de dijk.
Zwaluwen met glanzend fluwelen vederpakken patrouilleren kwikzilverachtig over okergekleurde velden, waarin turkooisgetooide korenbloemen en vuurrode klaprozen bont afsteken.
Het wassende water verandert zienderogen het grijsbruine zand in een sprankelende zilvervlakte, helafgevend tegen de blauwe lucht.
Smertensdieke slaapt, maar is al eeuwen in beweging.